Het was vrijdag 15 maart 2024, er was wind en hagel voorspeld. ‘Dus’, zei de gek, ‘ik ga vandaag naar het Oostvoornse meer’.

We hadden het op de club en in de groepsapp al regelmatig over het Oostvoornse meer gehad, het was er voor mij alleen nog nooit van gekomen, maar vandaag zou ik er dan eindelijk naartoe.
Een doosje vliegen mee, gebonden van Whiting spey in oranje, Whiting bird fur in zalmroze (spey is momenteel slecht te vinden/betalen), een palmer hackle van Coq de Leon en dubbing van SLF. Haakmaten 12 tot 6, beetje verzwaard, enfin, een doos garnalen dus. Wel overal de weerhaak van platgeknepen uiteraard. En nog een doos van-alles-wat vliegen voor het geval.
Andere leden van de club waren eerder ook geweest, helaas zonder al teveel vangsten. Ik rekende op niets, maar hoopte natuurlijk op een paar forellen…



De dag ervoor was het een belachelijke 17 graden geweest, maar aangezien het weer vandaag weer compleet de andere kant op kon gaan, besloot ik mijn neopreen waadpak mee te nemen. De Bellyboat bleef thuis, ik was niet van plan het meer over te waaien. Verder had ik een #7 met een zinklijn (si3), en een #7 met een drijvende lijn bij mij. Ik ben erg fan van de 40+ sniper lijnen van Airflo.

Rond 09:00 vertrok ik achter de spits aan richting Oostvoorne, het zou een klein uurtje rijden zijn, dat bleek ook het geval, inclusief een flinke pauze bij de Botlekbrug.

Daar aangekomen besloot ik richting de noordoever te rijden en te parkeren bij Paviljoen Stormvogel. Het was er nagenoeg uitgestorven, geen andere vissers in ieder geval. Omdat ik er niet bekend was, liep ik eerst een stuk om te kijken welke opties er waren. Ik had begrepen dat het vissen vanaf de dammetjes een beetje de bedoeling is, ik zag er verderop wat meeuwen en besloot dat er dan vast wel iets te eten zou zijn, daar zou het gaan gebeuren.
Ik deed mijn waadpak en waadjas en vest aan om die uiteindelijk weer allemaal uit te doen, want mijn autosleutels zaten ergens in mijn broekzak. Ik besloot de hengel met zinklijn te pakken met een 9 voets fluorocarbon leader (3X), deed nipper, arterieklem en net aan mijn vest, liep een eind naar links en daarna al wadend naar de strekdam. Het water wat grofweg een cm of 60 diep, maar zonder waarschuwing af en toe ook wel richting een meter, en met de golven soms lastig te zien. Het was dus nog best oppassen. Onderweg naar de dam zag ik niet veel leven in het water, het was voornamelijk zand.

Ik vroeg om advies in onze appgroep en besloot daarop om vanaf de dam naar de kant toe te vissen, dat was gezien de wind ook eigenlijk de enige optie, het water klotste vanuit het open water tegen de dam. In eerste instantie gebeurde er niet zoveel, maar toen…

Ik besloot een beetje meer naar opzij te werpen, in de doorgang van de dammen. En toen, bij de tweede worp had ik een aanbeet! Ik verspeelde hem, maar had blijkbaar een vis gevonden. Nog een worp, niets. Nog een… weer een aanbeet. Ditmaal kreeg ik de vis wel in mijn netje, het was een bruine forel van een centimeter of 25. Al snel volgde er meer en in een kwartier had ik er 4 geland. Geen enorme vissen, maar forel is altijd wel leuk om aan de hengel te hebben. Ik begreep dat er verschillende soorten forel in het OVM leven, regenboog-, bruine-, beek- en bronforel (saibling). Uiteindelijk heb ik ze in elke soort wel gevangen geloof ik, hoewel…


Het was inmiddels 11:30 en de teller stond op 10. De wind werd sterker en de golven kwamen inmiddels regelmatig tot over de strekdam. Gelukkig had ik droge kleren in de auto en bovendien was ik goed aangekleed. Ik was op de stenen gaan zitten, met de voetjes in het water en het schepnet naast mij en zo ving ik de ene na de andere vis, elke keer was ik even enthousiast als de vorige. Ik kon de vissen vaak onthaken zonder ze maar aan te raken, maar soms waren ze zo mooi dat ik ze even bovenwater wilde zien, vooral die felrode vinnen van de saiblings zijn een genot voor het oog.
Regelmatig zat mijn vliegenlijn vast tussen de stenen en dan vervloekte ik mijzelf dat ik geen stripmand bij mij had. Soms waaide een lus van mijn lijn een paar meter weg om vervolgens onderwater vast te zitten. Hierbij dus het advies om in ieder geval een stripmand in de auto te gooien, of een drijvende lijn te gebruiken. Waarschijnlijk had ik er minder last van gehad als ik was blijven staan.
Het was ongelooflijk zo veel ik er ving, tientallen. Ik stopte met tellen maar had teveel plezier om er mee op te houden. Ik besloot dat de broodjes in de auto maar moesten wachten, je weet nooit wanneer het weer voorbij is, bovendien kwam ik hier niet dagelijks en wilde ik er uit halen wat er in zat.
Ik wilde toch ook wel een grotere vis vangen en besloot er een grotere vlieg aan te knopen. Dat maakte weinig verschil, nog evenveel aanbeten, vergelijkbare vis op de teller. Maar toen, toch ook een flinke beuk op mijn lijn. Ik verspeelde deze vis helaas, maar het verschil was heel erg duidelijk, deze was echt veel groter. Ik baalde ervan, de vis had mijn lijn gebroken en was er met vlieg en al vandoor. Misschien had ik een knoop geworpen, 3X fluo zullen ze toch niet zomaar doorbijten?
Ik zal het nooit weten, maar ik hoop alleen maar dat de vis mijn weerhaakloze vlieg snel heeft kunnen uitspugen.

Rond een uur of 14:00 had ik er zowaar genoeg van; het was zo erg dat je bij elke worp direct een stuk of 3 volgers zag en ze werkelijk over elkaar heen zwommen om mijn vlieg te pakken. Het was eigenlijk niet eens vissen meer, maar ingooien en binnenhalen, ze lagen opgestapeld. Nog nooit eerder had ik het gevoel dat ik er wel klaar mee was, maar nu wel. Ik had ongetwijfeld de 100 aangetikt en vroeg mij af wat ik nog wilde vangen. Het antwoord was, ‘een hele grote’ maar ik besefte mij dat de kans daarop nihil was, ik had mijn kans verspeeld, dit was ongetwijfeld vers uitgezette vis. Ik stopte er mee en liep voldaan naar mijn auto.
Ik zag dat mijn vliegenlijn wel naar de knoppen was, vlak achter de belly zag ik dat de kern van mijn lijn bloot lag. Misschien was dat al eerder gebeurd met snoeken, ik denk niet dat het te repareren is, jammer, weer 70 euro…

Na een onhandige verkleedsessie naast de auto besloot ik om voortaan een matje mee te nemen om op te staan, anders sta je, zoals nu het geval, op je sokken in het natte zand.
Ik stapte in en sloot achteraan aan in file die zich inmiddels op de a4 had gevormd. Het deed mij niets, ik had een waanzinnige dag vissen achter de rug.

Thuisgekomen vulde ik het vangstregistratieformulier in, ik gokte de aantallen want ik had het niet meer helemaal bijgehouden en eerlijk gezegd hou ik ook niet alle soorten altijd netjes uit elkaar.
Ik kreeg al snel een reactie op mijn ingevulde vangsten. Er was inderdaad woensdag vis uitgezet, dat verklaarde alles, het waren uitzettertjes, Saiblings en beekforellen. Ik weet vrij zeker dat ik ook bruine forel heb gevangen (1e foto), maar de regenbogen zullen dan wel beekforel zijn geweest.

In ieder geval, samenvattend: wat mij betreft is het een geweldige eerste kennismaking geweest, waarschijnlijk ga ik daar nooit meer zoveel vangen, maar dat geeft niet, ik zal er zeker nog vaker naartoe gaan. Dat het een uurtje rijden is vind ik niet zo erg, naar een willekeurige forellenput ben je ook een uur onderweg.