gut

Zo maar (g)een vlieg

In 1724 schreef James Saunders over de Zwitsers en Milanesen; “Dit is wat zij ons vertelden. Maak een enkele sterke en dunne lijn getrokken uit de klieren van de zijderups. Deze substantie lijkt op de getrokken darmen van een kat zoals die gebruikt worden voor de snaren van een viool. Maar ze is vele malen sterker en dunner dan een paardenstaarthaar die voor onze visserij wordt gebruikt. De gut die ik tot nu toe heb gezien was niet zo lang en dun zoals deze die in Italië gemaakt worden. En ze zijn sterk genoeg om zware vissen mee te drillen.” Dit schreef James over een goede kwaliteit gut. Twee jaar eerder heeft ene Kirby voor het eerst iets geschreven over gut in de Engelse literatuur. In de 18e eeuw werd er hoofdzakelijk gevist met de haren uit een paardenstaart.

 

Clipboard03

Terwijl de Chinezen al zo’n 4 eeuwen voor Christus met gut visten. Wat is nu eigenlijk gut en waar komt het vandaan? Zo´n 3000 jaar voor onze jaartelling leerde de keizer van China, FoXi, zijn onderdanen zijderupsen kweken op de moerbeiboom. De zijde die deze rupsen produceerden (voor het maken van hun cocon) werd gebruikt om de mooiste stoffen van te maken. 2000 jaar later werd dit dure materiaal al geëxporteerd naar het Westen. Ongeveer 200 jaar voor onze jaartelling is de zijderoute ontstaan tussen China en Rome. De zijde kwam via deze route naar het Westen en het goud, zilver en wol ging vanuit het Westen richting China. De Chinezen wisten lang geheim te houden wat zijde werkelijk was. In het westen ging men ervan uit dat het groeide aan de bomen. Omdat zijde zo duur was, probeerde men van alles om erachter te komen hoe deze werd verkregen in de hoop het zelf te kunnen produceren. Over het achterhalen van de waarheid over de zijde doen verschillende verhalen de ronde maar dit is de meest waarschijnlijke. Twee Engelse priesters hebben tijdens hun verblijf in China gezien hoe de zijde uit de cocon van de zijderups werd gemaakt. Ze hebben vervolgens de rups mee weten te smokkelen in holle bamboestokken die zij als wandelstok gebruikten. Na hun lange reis was er niets meer over van de rupsen maar wel brachten ze de opgedane kennis over het ontstaan van de zijde mee terug naar huis. Hoe het gebruik van gut in de Westerse wereld terecht is gekomen, heb ik niet kunnen achterhalen. Het verkrijgen van gut van de zijderups gaat als volgt. Neem de grootste en beste rupsen die er zijn. Ongeveer 42 dagen na zijn eerste levensdag stopt de rups met eten. De rups gaat dan draadjes produceren om zijn cocon te maken. Dit is het moment om de rups in sterke azijn te gooien en hem hierin zo´n 12 uur te laten weken afhankelijk van de buitentemperatuur. Als het te koud is, moet hij enkele uren langer in de azijn weken. Vervolgens haal je de rups eruit om trekt hem open. In de rups bevinden zich twee klieren die er transparant groen-gelig uitzien. De klieren hebben de vorm van een geknakt strootje.

 

Clipboard02

Je doopt een vinger in de azijn en gaat voorzichtig de klier uit elkaar trekken tussen beide handen. Daarna plaats je de gut op een plankje door beide uiteinden in een inkeping van het plankje vast te zetten. Op die manier zijn de uiteinden van de gut iets afgeplat. Vervolgens leg je het geheel in de zon te drogen. Zo verkrijg je echte gut. De lengte Zomaar (g)een vlieg hiervan ligt zo tussen de 25 en 50 cm. Maar over het algemeen was 35 tot 40 cm het meest voorkomend. Het nadeel is dat gut niet dunner is te maken dan ongeveer 0,28 mm. Om echt dunne gut te krijgen werd er later een methode ontwikkeld om gut door kleine gaatjes in een metalen plaat te trekken. Het nadeel hiervan was dat het oppervlak werd weg geschraapt en de gut minder sterk werd. Juist de oppervlakte is het sterkste gedeelte. Men accepteerde dit want er was gewoon geen beter product te vinden tot in 1930 de nylon werd uitgevonden. Nylon was en is voor de visserij misschien wel de grootste uitvinding ooit. Maar tot die tijd was gut meer dan 200 jaar de beste vislijn. Nylon lijkt enigszins op gut. Gut is matter en is vrij stug. Maar door gut te weken in water (wat natuurlijk tijdens vissen gebeurt) wordt de gut soepeler. Er was zelfs een lijnklasse voor de diktes en kwaliteit van gut. Hebra was de dikste, gevolgd door Imperial, Marana 1st, Marana 2st, Padron 1st, Padron 2st, Regular, Fina, Rifina en Refinucha (de dunste en duurste van allemaal). Dit was nog niet alles want je had nog drie verschillende kwaliteiten van alle lijndiktes. De beste was Selecto, daarna kwam Superior en de slechtste kwaliteit was Estriada. Dit had alles te maken met de gelijke dikte over de gehele lijn. De beste kwaliteit gut kwam uit Spanje. In de 19e eeuw exporteerde Spanje zo´n 100 miljoen stuks per jaar. Ook uit Portugal, Italië en Syrië werd gut geëxporteerd. De gut werd per honderd stuks als klos geleverd (net als een klosje wol of draad). De vliegbinders gebruikten ook gut om haakoogjes te maken op zalmvliegen. Vreemd genoeg werd deze methode, op een enkele uitzondering na, niet toegepast op kleinere haakmaten voor de forel en vlagzalm. In die tijd kon je nog geen haken met oog krijgen. Om die reden werd er altijd een vaste lijn mee gebonden en was het vlot wisselen van vlieg lastig. Door van gut een haakoogje te maken werd dit probleem opgelost. Meestal werden er twee of drie stukken gut in elkaar getwist, afhankelijk van de haakgrootte. Ook hier zul je eerst de gut in water moeten weken zodat je hem kunt twisten. Deze methode wordt nog steeds toegepast bij het binden van klassieke zalmvliegen. Ik zal op één van de clubavonden wel eens een stukje gut meebrengen. De informatie over gut van de zijderups heb uit het boek “The Fly” van Andrew Herd. Dit prachtige boek gaat over de geschiedenis van de vliegvisserij.

Strakke lijnen (gut), Ron IJzerman.

 

Clipboard01

I’ve always heard that the silkworm at the final stage is mostly silk – but it sure makes it dramatically clear when you see the silk glands separated out like this. The larva of the silkworm (center) contains two gut sacs (right), which contain enough silk to produce up to fifteen inches of tippet material. The adult

Posted by Rolf Zoutendijk in Vliegbinden, 0 comments